Als verpleegkundige krijg je gedurende een dienst meerdere telefoontjes van verschillende mensen. Artsen, verpleegkundige, familie en andere disciplines. Het gaat de hele dag door. Naast de gesprekken die je via de telefoon voert, krijg je ook meldingen binnen als patiënten en/of collega’s een hulpvraag hebben. Indien een collega de melding maakt kan er sprake zijn van een hulpvraag met een hoge prioriteit: ‘Het zal toch niet het noodsein zijn?’.
Je kijkt op je telefoon en ziet dat het om een noodsituatie gaat. Zonder na te denken trek je een sprint richting de plek waar de noodsituatie zich bevindt. Uiteindelijk ben je gearriveerd en voel je de adrenaline door je lichaam gaan. Je ziet een patiënt op de grond liggen en voelt direct dat het niet goed zit. Je pakt de pols van de patiënt en legt je wijs- en middelvinger op de pols, maar zonder gevoel. Je ziet en hoort de patiënt niet ademen: ‘Het gaat om een reanimatie’. Vol met adrenaline vraag jij jouw collega de beademingsspullen te pakken. Ondertussen zet je andere collega het reanimatiesein uit.
Ondanks dat er van alles door je hoofd gaat, begin je met het geven van je eerste borstcompressie. Terwijl je probeert het hart weer op gang te brengen, zie je opeens van de rechterkant het reanimatieteam aan komen rennen. Terwijl je doorgaat met reanimeren, neemt het reanimatieteam het stapsgewijs over. De klokt tikt door en de vermoeidheid begint toe te slaan. In een flits kijk je op de klok en constateer je dat er al een half uur voorbij is gegaan. De druk neemt toe en de frustratie en emoties beginnen een belangrijke rol te spelen in de acute situatie.
Ondanks dat de vermoeidheid bij meerdere collega’s aan het toenemen is, gaat iedereen gewoon door. Uiteindelijk zijn wij al ruim een uur verder en de emoties beginnen bij vele toe te slaan. Wat gaat het resultaat worden? Overleg tussen de artsen vindt plaats. Alles is uit de kast getrokken, alle medicatie is gegeven, het protocol is afgewerkt, maar er is nog steeds geen ritme… De teleurstelling is enorm, maar er moet een conclusie worden getrokken. Met veel pijn en moeite besluiten de artsen gezamenlijk om het stopsein te geven.
De realiteit is een teleurstellend resultaat. De patiënt is overleden. De tranen beginnen te komen en iedereen begint elkaar te omhelzen. De spierpijn speelt op door het intensief reanimeren. Elke reanimatie is verschillend, het kan links- of rechtsom gaan. Het resultaat van een reanimatie kan blijdschap of verdriet zijn. Belangrijk is dat er alles aan is gedaan om de patiënt er weer bovenop te krijgen. Sta achter je keuzes, praat erover en probeer het ondanks alles een plek te geven.
Dit is een situatie waar alle verpleegkundige mee te maken kunnen krijgen. Een situatie die ik ook mee heb gemaakt. Het is een intensief, emotioneel, passievol, maar vooral een zeer voldaan beroep. Ik heb mij altijd voorgenomen om klaar te staan voor iedereen die ik liefheb. Daarbij komt ook mijn passie voor mijn beroep kijken. Zoals ik in mijn eerste blogs al heb vermeld, heb ik nog nooit getwijfeld om de zorg in te gaan. Nooit getwijfeld om mij in een ander persoon te verplaatsen. Wetende dat ik met dit soort stressvolle situatie in aanmerking kon komen, voer ik mijn werk met veel liefde, blijdschap en passie uit. Dit zal ik continueren tot dat ik in plaats van een stap in de zorg, een stap uit de zorg zal doen.
Over Frank:
Frank van Eis (1995) is werkzaam als verpleegkundige in het Waterlandziekenhuis, te Purmerend. Frank is zijn eigen blog gestart, waarin hij verhalen schrijft over zijn weg in de zorg. Door middel van zijn blogs wil hij mensen kennis laten maken hoe mooi en bijzonder het is om in de zorg te werken.
➡️Website;
http://frankvaneis.nl
➡️Instagram;
https://www.instagram.com/frank_mijnwegindezorg/?hl=nl
➡️Twitter;
https://twitter.com/FrankvanEis
➡️LinkedIn;
https://www.linkedin.com/in/frank-van-eis-2480b3136/