Het was een willekeurige donderdag, op een willekeurig buurtwinkelcentrum in Purmerend. Een collega-verslaggever en ik waren voor wat gesprekken op het plein. In de twee uur dat wij daar rondliepen, viel hij steeds op. Die ene man. Naarmate de tijd verstreek, zakte hij steeds verder in elkaar. Om uiteindelijk te slapen, -of zo iets-.
We waren klaar om te vertrekken, toen mijn collega zich plots omdraaide. “Ik wil weten wat er aan de hand is met deze man.” We stapten op hem af en voorzichtig maakten wij hem wakker, -of zo iets-. Na een ietwat verbaasde blik, begon de man zijn verhaal.
Laten we hem Tano noemen. Pas 28 jaar jong, getrouwd en vader. Hij vluchtte voor oorlogsgeweld uit een Afrikaans land en woont sinds een jaar of 5 in Purmerend. Sinds drie maanden sliep hij op straat. Een huis had hij wel, op nog geen 5 minuten lopen van het bankje waar hij zat. Maar door een ruzie met zijn vrouw mocht hij daar niet meer komen. Niet dat dat niet van zijn vrouw mocht, het mocht niet van de politie, aldus Tano.
Een verhaal heeft altijd meerdere kanten. Noem het menselijke voelsprieten, maar we wisten het snel zeker. Dit kon niet het hele verhaal achter Tano zijn. Hoewel zijn Nederlands behoorlijk goed was, leek hij ons regelmatig niet te begrijpen. En hoewel hij er redelijk verzorgd uitzag, straalde de noodzaak om geholpen te worden van hem af. Het leek alsof hij in de wachtstand stond, tot dingen vanzelf zouden veranderen. Al drie maanden stond hij in die wachtstand. Wachtend tot de deur vanzelf weer zou opengaan.
U en ik weten dat het leven helaas niet zo werkt.
We besloten om samen met Tano naar zijn vrouw te lopen. En ja, uiteraard kwam daar de andere kant van het verhaal. Tano heeft een alcoholprobleem. Als hij nuchter is, is hij de rustige man die wij nu zagen. Zodra hij drinkt, is dat een heel ander verhaal. Hoewel zijn huisverbod inmiddels was verstreken, vond de kinderbescherming het geen goed idee dat de vader in huis was. Hulp was vanuit alle instanties aangeboden, maar Tano weigerde.
We spraken verder met hem. Hij was in tranen, het kon zo niet langer. Tano maakte een stap en besloot hulp te accepteren. We zetten hem in onze auto en brachten hem naar het wijkteam waar zijn dossier bekend was. Samen met hem, spraken we met zijn maatschappelijk werker. Daarna namen we afscheid van Tano. Napratend op de parkeerplaats zagen we hoe de twintiger bij de hulpverlener in de auto stapte. Op weg naar een afkickkliniek. En hopelijk op weg naar een nieuw hoofdstuk in zijn leven.
Helaas kan ik u niet vertellen hoe het verder met Tano afloopt. Dat is aan hem. Wat ik wel weet, is dat achter iedereen die je op straat ziet, een verhaal schuil gaat. Vaak een verhaal van een heel moeizaam leven. In het geval van Tano kan ik mij voorstellen dat oorlogsgeweld en een enorme cultuuromslag het nodige met een mens kan doen.
Maar het is en blijft een mens. Al was het vandaag maar een hoopje mens.
De naam in deze column is geanonimiseerd. Ook de kopfoto is geen afbeelding van Tano.