Regionaal – Het totaal aantal meldingen en aangiften van cybercriminaliteit in de politie-eenheid Noord-Holland steeg vorig jaar met ruim 30 procent, van 2910 naar 3796. Dat constateert NH Samen Veilig (NHSV), het regionale samenwerkingsverband tussen 32 gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie. Het is het derde jaar op rij dat het aantal toeneemt.
Het aantal meldingen en aangiften van bankhelpdeskfraude steeg in 2021 van 1359 naar 2262, waarmee deze vorm van cybercriminaliteit de grootste stijger was. Criminelen gebruiken hiervoor steeds vaker legaal beschikbare software (zogenaamde Remote Access Tools) om op afstand de controle over iemands apparaat te krijgen. Daardoor lijkt het alsof het slachtoffer zelf geld overmaakt, krijgt de bank minder snel argwaan en duurt het langer voordat de bankrekening van de crimineel wordt geblokkeerd.
Met 33 procent behoren de meeste slachtoffers van cybercriminaliteit tot Generatie X: mannen en vrouwen tussen de 40 en 60 jaar oud. Het totale bedrag dat in de politie-eenheid Noord-Holland werd buitgemaakt, steeg in 2021 met 55 procent: van 7,8 miljoen naar 12,1 miljoen euro.
Uit de Veiligheidsmonitor van het CBS blijkt dat het aantal Nederlanders dat slachtoffer is van ‘traditionele’ criminaliteit zoals zakkenrollen of autodiefstal de laatste jaren daalt, maar dat steeds meer mensen slachtoffer worden van online criminaliteit. In 2021 zei 15 procent van de mensen van 15 jaar of ouder slachtoffer te zijn geweest van cybercrime, maar niet alle slachtoffers doen hier een melding of aangifte van. “De ervaring van de politie leert dat het kenmerkend is voor slachtoffers van cybercriminaliteit dat ze vanuit een gevoel van schaamte hun ervaring niet delen, zelfs niet met hun familie, vrienden en kennissen.”, stelt het NHSV.
‘Doe je verhaal: herkenning is preventie’
’Vriend-in-nood’-fraude (WhatsApp-fraude) is voor het eerst afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Deze fraude komt niet meer voor in de top-3 van slachtofferschap in de leeftijdscategorieën 0-24 jaar, 25-39 jaar en 40-59 jaar. Mogelijk heeft dit te maken met goede voorlichting over deze vorm van cybercriminaliteit in het afgelopen jaar, en aandacht hiervoor in de media. Marieke Verhagen, projectleider bij NHSV, hoopt dat aandacht voor andere vormen van cybercriminaliteit ervoor zorgt dat ook de cijfers daarvan een dalende trend laten zien: “Omdat daders steeds gewiekster worden en de technieken wereldwijd eenvoudig beschikbaar zijn, is het niet langer de vraag of je met een poging tot cybercriminaliteit in aanraking komt, maar eerder wanneer.”
Meer informatie op de website van het NHSV.
