Purmerend – De gemeenteraad van Purmerend heeft besloten om voorlopig vast te houden aan de hondenbelasting, ondanks pogingen van de VVD om deze af te schaffen. De belasting op honden levert de gemeente jaarlijks ongeveer vijf ton aan inkomsten op. De belasting wordt onder andere gebruikt voor onder meer de inrichting van hondenuitlaatroutes, speelterreinen voor de dieren en de poepzuiger.
De VVD vindt de belastingmaatregel niet meer van deze tijd, maar eerdere voorstellen in voorgaande jaren van de partij worden telkens afgewezen. Donderdagavond probeerde de VVD het opnieuw. De partij diende een voorstel in om te onderzoeken of de hondenbelasting afgeschaft kan worden.
Wethouder Rotgans van financiën gaf aan dat er een negatieve begroting aankomt voor de stad. “En dat ziet er niet mooi uit. Het financiële beeld is negatief. Wij moeten als college op zoek naar mogelijkheden om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen. Als we zeggen we schaffen de hondenbelasting af, dan zie ik niet in hoe we dat moeten dekken.”
Raadslid Bart van Elden wees erop dat steeds meer gemeenten in Nederland de hondenbelasting afschaffen, waaronder de gemeente Zaanstad. Volgens het raadslid hoef je niet die vijf ton te dekken in de begroting, maar minder omdat er ook controleurs langs de deuren gaan en er geen administratieve lasten meer zijn. “Dat hoef je dan niet meer te doen. Ik wil weten hoeveel er dan overblijft. Dat zou dan de dekking moeten zijn.”
De fracties van CDA, D66, PVV, Forum voor Democratie, Leefbaar Purmerend en PB21 dienden het voorstel mee in, maar de overige partijen vonden het niet nodig om te onderzoeken wat de financiële gevolgen zouden zijn van het afschaffen van de hondenbelasting.
Landelijk is de bedoeling om dit belastinginstrument voor gemeenten per 2026 af te schaffen. Mogelijk dat sommige partijen tijdens of voor de voorjaarsnota het weer gaan proberen om de hondenbelasting af te schaffen.