Regionaal – De Tweede Kamer heeft besloten om af te stappen van tijdelijke huurcontracten om de positie van huurders te versterken. Het wetsvoorstel, ingediend door de PvdA en ChristenUnie, kreeg een meerderheid in de Tweede Kamer. Met dit besluit wordt het vaste huurcontract weer teruggebracht in de huursector.
Volgens de Kamer maken verhuurders te vaak misbruik van de flexibele huurcontracten. Huurders worden hierdoor geconfronteerd met een wankelende positie en onvoorspelbare verhuurvoorwaarden. Verhuurders hebben bijvoorbeeld de mogelijkheid om de huur gemakkelijk te verhogen, aangezien er geen wettelijk vastgestelde maximale huurverhoging van toepassing is.
Het tijdelijke huurcontract werd in 2016 toegestaan om meer betaalbare huurwoningen te creëren. Echter, het beoogde effect werd niet bereikt. In plaats daarvan gebruiken huurders het vaak als verdienmodel. De overheid is ook niet te spreken over de frequente verhuizingen van huurders, aangezien dit de leefbaarheid van straten of wijken met huurwoningen aantast.
Er is echter wel een uitzondering gemaakt voor studenten. Verhuurders mogen nog steeds tijdelijke woningen aanbieden aan studenten. Momenteel duurt het tijdelijke contract voor studentenkamers maximaal vijf jaar. In andere situaties blijft tijdelijke verhuur ook mogelijk, bijvoorbeeld voor mensen die tijdelijk hun huis moeten verlaten of voor short stay, bijvoorbeeld wanneer iemand een tijdje op vakantie gaat. Woonminister Hugo de Jonge wil ook flexibele verhuur mogelijk maken voor stellen die gaan samenwonen en hun eigen woning tijdelijk willen aanhouden.
Met de afschaffing van tijdelijke huurcontracten hoopt de Tweede Kamer de positie van huurders te versterken en hen meer zekerheid en stabiliteit te bieden in de huursector.