De Nederlandsche Bank heeft de verhuisoperatie van ruim 200 ton aan goudbaren en gouden munten met een totale waarde van 10,4 miljard euro succesvol afgerond.
De afgelopen vier weken werden het goud en de strategische voorraad bankbiljetten (met een waarde van ruim 4,5 miljard) verplaatst van de DNB-kluis in Haarlem naar het nieuwe Cashcentrum in Zeist. De Koninklijke Marechaussee was verantwoordelijk voor de beveiliging van de transporten, in nauwe samenwerking met politie en defensie.
In oktober 2020 waren het goud (14.166 baren van ongeveer 12,5 kilo per stuk en 1006 bakken en kisten met gouden munten) en de bankbiljetten van het hoofdkantoor van DNB in Amsterdam naar de voormalige gelddrukkerij van Joh. Enschedé in Haarlem gebracht voor tijdelijke opslag, waardoor de renovatie van het DNB-kantoor in Amsterdam minder complex kon worden uitgevoerd.
Het DNB CashCentrum (DCC) in Zeist, waar de verplaatste goudvoorraad nu ligt, is volledig operationeel. Het is, volgens de DNB, een maximaal veilig en innovatief Cashcentrum waar bankbiljetten worden gecontroleerd, gesorteerd en aan waardevervoerders worden geleverd, die ze vervolgens naar banken, geldautomaten en winkels brengen. In het Nationaal Analysecentrum in het DCC worden valse bankbiljetten en munten onderzocht en geregistreerd.
Met de verplaatsing van het goud van Amsterdam via Haarlem naar Zeist is voor het DNB-hoofdkantoor aan het Frederiksplein in Amsterdam veel minder strenge beveiliging nodig, waardoor het gebouw open en toegankelijk voor het publiek kan worden. De renovatie van dit gebouw is volop in uitvoering en de planning is dat het eind 2024 weer in gebruik wordt genomen.
DNB heeft nu 31% van de totale goudvoorraad opgeslagen in het DCC in Zeist, terwijl nog eens 31% ligt opgeslagen in de kluizen van de Federal Reserve Bank in New York. De overige 38% van de goudvoorraad ligt in Londen en Ottawa.