Regionaal – Het aantal modewinkels in Nederland heeft sinds het begin van de coronacrisis een aanzienlijke daling van 10 procent ondergaan. Dit blijkt uit recente gegevens van ABN AMRO, waaruit blijkt dat de hardste klappen zijn gevallen bij schoenenwinkels, damesmode en kinderkleding.
De verplichte sluiting van fysieke winkels tijdens de coronapandemie en de exponentiële groei van de online winkelmarkt hebben de neergang van fysieke modewinkels versneld. Daarnaast hebben factoren zoals de aanhoudende oorlog in Oekraïne, de hoge inflatie en aanzienlijke kostenstijgingen bijgedragen aan de problemen waarmee veel winkels te kampen hadden.
Van januari 2020 tot en met augustus 2023 is het aantal kledingwinkels met bijna 10 procent afgenomen. Vooral in de jaren 2020 en 2021 was de daling merkbaar met respectievelijk 4,3 procent en 4,9 procent, wat groter was dan in voorgaande jaren.
Lederwarensector grootste daling
De grootste daling in het aantal winkels wordt waargenomen in de lederwarensector, met een afname van 16,3 procent. Op de voet gevolgd door schoenenwinkels, die een afname van 15,4 procent laten zien. Damesmode vertoont een neergang van 10,8 procent, terwijl winkels in modeaccessoires een afname van 10,2 procent ervaren.
Een opvallende uitzondering op deze trend is de aanzienlijke toename van tweedehandswinkels in kleding, die in dezelfde periode bijna 11 procent zijn gestegen. Sinds 1 januari 2010 is het aantal tweedehandswinkels zelfs met maar liefst 55 procent toegenomen tot 669 winkels in augustus 2023.
De afname van het aantal fysieke modewinkels is al jaren aan de gang, en sinds 2010 is bijna een derde van deze winkels verdwenen. Vooral in de sectoren kindermode (-60 procent) en schoenen (-42 procent) is een significante afname te zien sinds die tijd.