Regionaal – De inflatie in Nederland is bijna naar 0 gedaald na jaren van aanzienlijke prijsstijgingen. In vergelijking met september vorig jaar liggen de gemeten prijzen nu slechts 0,2 procent hoger. Echter, dit beeld is vertekend.
Het voorlopige inflatiecijfer is vanochtend door het CBS gepubliceerd. De definitieve cijfers worden later deze maand verwacht. Maar deze cijfers verschillen bijna nooit.
Kelderende inflatie
Vorige maand hadden we nog te maken met een inflatie van 3 procent. De scherpe daling van de inflatie is voornamelijk toe te schrijven aan de extreem hoge energieprijzen die vorig jaar in september werden waargenomen. Deze hoge prijzen veroorzaakten een jaar geleden een piek in de inflatie, tot wel 14,5 procent.
Inmiddels zijn de energieprijzen aanzienlijk lager, wat resulteert in een sterke daling van de inflatie. Industriële goederen (4,5 procent), voedingsmiddelen, dranken en tabak (10 procent) en diensten (4,6 procent) zijn echter nog steeds aanzienlijk duurder in vergelijking met vorig jaar.
Een grote ‘maar’
Er is echter een belangrijke kanttekening bij dit inflatiecijfer. Tot enkele maanden geleden gebruikte het CBS een andere methode om energieprijzen te meten. Nu wordt gekeken naar de werkelijke prijzen die consumenten betalen voor stroom en gas. In het verleden werden de prijzen voor het afsluiten van nieuwe contracten als maatstaf genomen.
Dit betekent dat het CBS eerder aannam dat iedere Nederlander maandelijks een nieuw energiecontract afsloot en dus direct meer betaalde als de prijzen stegen. Hierdoor werd de inflatie vorig jaar aanzienlijk overschat.
In vergelijking met die overschatting van vorig jaar bedraagt de inflatie nu slechts 0,2 procent op jaarbasis. Het CBS heeft echter niet bekendgemaakt wat de inflatie zou zijn geweest als de verbeterde methode vorig jaar was toegepast.