Regionaal – Veel Nederlanders met een minimumloon of een modaal inkomen kunnen hun vervoerskosten niet meer opbrengen. Dit komt doordat de prijzen voor het openbaar vervoer en autogebruik sinds 2015 met gemiddeld 30 procent zijn gestegen, veel meer dan de inflatie in dezelfde periode. Vooral gezinnen met kinderen hebben moeite om rond te komen, blijkt uit onderzoek van het Nibud in opdracht van de Mobiliteitsalliantie.
Uit het onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) blijkt dat huishoudens maandelijks tussen de 200 en 900 euro tekortkomen als ze hun vervoerskosten niet kunnen drukken door te besparen op andere uitgaven. Dit geldt zowel voor mensen met een minimumloon als voor modale inkomens. Ondanks dat zij toeslagen aanvragen en zorgvuldig met hun geld omgaan, blijft het voor veel gezinnen elke maand een uitdaging om de rekeningen te betalen.
Niet alleen minima, maar ook modale inkomens in de knel
Naast minimuminkomens, hebben ook gezinnen met een modaal inkomen – zo’n 44.000 euro bruto per jaar – moeite om de vervoerskosten te betalen. Dit probleem speelt vooral bij gezinnen waarin beide partners een modaal inkomen verdienen en bijvoorbeeld twee kinderen hebben. Hun vervoersuitgaven lopen op tot 650 à 900 euro per maand. Daarbij maakt het weinig uit of deze gezinnen kiezen voor het openbaar vervoer of een eigen auto. Een auto brengt vaste kosten met zich mee, maar biedt ruimte voor het hele gezin, terwijl voor het ov vier aparte kaartjes nodig zijn.
Plattelandsgebieden extra kwetsbaar
Voor mensen die in landelijke gebieden wonen, is de situatie nog zorgwekkender. Niet alleen zijn de afstanden naar voorzieningen als ziekenhuizen en supermarkten vaak groter, maar veel buslijnen in deze regio’s zijn bovendien geschrapt. Hierdoor wordt het voor inwoners van landelijke gebieden steeds lastiger om betaalbare mobiliteitsopties te vinden.
Oplossingen in zicht?
De Mobiliteitsalliantie pleit voor maatregelen om de mobiliteit betaalbaarder te maken. Zo zouden voorzieningen zoals ziekenhuizen, scholen en werkplekken dichter bij de mensen moeten worden gebracht. Ook zouden werkgevers meer kunnen doen door betere reiskostenvergoedingen aan te bieden, vooral voor mensen met een lager inkomen.
De vooruitzichten zijn echter somber: de prijzen voor het openbaar vervoer zullen volgend jaar naar verwachting verder stijgen. Treinkaartjes worden naar schatting 6 procent duurder, terwijl ook de prijzen in het overige ov met 3 procent zullen toenemen. Voor veel huishoudens blijft het dus nog lange tijd een uitdaging om hun vervoerskosten te kunnen blijven betalen.