Purmerend – Uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat naar schatting 2350 inwoners van Purmerend in 2023 niet genoeg inkomen of spaargeld hadden om rond te komen. Dit aantal is relatief lager dan in de rest van Nederland, waar gemiddeld meer mensen onder de armoedegrens leven. In Purmerend blijft het percentage dat in armoede leeft stabiel op 2,5 procent, terwijl dit landelijk daalde van 3,4 procent naar 3,1 procent.
Deze cijfers zijn gebaseerd op een nieuwe methode om armoede te berekenen. Voorheen werd armoede alleen beoordeeld op basis van inkomen, waarbij verschillende drempelbedragen door elkaar werden gebruikt. De nieuwe definitie, opgesteld door het CBS, Nibud en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), houdt nu rekening met zowel inkomen als spaargeld, en kijkt naar wat er overblijft na aftrek van essentiële lasten, zoals woon- en energiekosten. Gezinnen die niet genoeg geld overhouden om van te leven, en ook geen spaargeld hebben om een jaar te overbruggen, vallen onder de armoedegrens.
Nieuwe berekeningsmethode
Volgens deze nieuwe berekeningsmethode geldt een gezin met twee ouders en twee tieners als arm als het netto-inkomen onder de 2911 euro per maand ligt, en ze geen spaarpot van 35.000 euro of meer hebben. Alleenstaanden zijn arm bij een inkomen onder 1512 euro netto en minder dan 18.000 euro spaargeld.
In totaal vallen volgens deze nieuwe definitie 540.000 Nederlanders onder de armoedegrens. Ook in Purmerend daalde het aantal mensen dat als arm wordt aangemerkt: in 2022 waren er nog 2800 inwoners die onder de armoedegrens vielen volgens de oude methode, nu zijn dat er 2350.
1,2 miljoen Nederlanders
Ondanks de daling waarschuwt het SCP dat het probleem niet moet worden onderschat. Hoewel de totale armoede afneemt, hebben mensen die onder de grens leven steeds meer moeite om rond te komen. Daarnaast balanceren zo’n 1,2 miljoen Nederlanders op de rand van armoede.