Regionaal – In de eerste week van oktober zijn maar liefst 1.291 mensen op de spoedeisende hulp (SEH) beland door een fietsongeval. Van deze gevallen was bij 96 mensen een fatbike betrokken, waarbij de bestuurder of passagier vaak ernstig letsel opliep. E-bikes en andere fietsen waren verantwoordelijk voor respectievelijk 480 en 715 SEH-bezoeken. Opvallend is dat twee derde van de fatbike-ongevallen zich voordeed in Randstedelijke provincies, zoals Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.
De cijfers zijn afkomstig uit de meetweek fietsongevallen, waarin alle 82 Nederlandse SEH’s tussen 30 september en 6 oktober het aantal fietsongevallen registreerden. Uit de gegevens blijkt dat bij een aanname van deze week als een gemiddelde week, jaarlijks rond de 5.000 fatbikers op de SEH belanden.
Ziekenhuisopname vaker nodig voor fatbikers
Fatbikers die op de SEH terechtkwamen na een ongeval met letsel, werden relatief vaak opgenomen voor verdere behandeling. Voor e-bikers en andere fietsers ging het om respectievelijk 16 en 13 procent, terwijl dit bij fatbikers op 22 procent lag. Dit verschil wijst mogelijk op ernstiger letsel onder fatbike-gebruikers. Naast de 96 fatbikers die medische hulp nodig hadden, werden ook 31 mensen aangereden door een fatbike. Slechts drie procent van de fatbikers en zes procent van de e-bikers droeg een helm bij hun ongeval.

Randstedelijke provincies koplopers in fatbike-ongevallen
In de drie Randstedelijke provincies vond twee derde van de fatbike-gerelateerde SEH-bezoeken plaats. Noord-Holland nam daarbij het grootste aandeel voor haar rekening met 44 procent, zelfs na correctie voor bevolkingsaantallen. In niet-Randstedelijke gebieden waren e-bikes juist vaker betrokken bij ongelukken dan fatbikes.
“Deze meetweek geeft ons een nauwkeuriger beeld van de werkelijke omvang van SEH-bezoeken door fatbike- en e-bike-ongevallen dan eerder mogelijk was,” aldus Martijntje Bakker, directeur van VeiligheidNL. “De resultaten tonen aan dat de fatbike-problematiek groter is dan verwacht en zich niet gelijkmatig over het land verspreidt. Dit onderstreept de noodzaak om maatregelen te nemen tegen deze negatieve trend.”
Veel jongeren betrokken bij fatbike- en e-bike-ongevallen
Bijna de helft van de fatbike-ongevallen betrof jongeren tussen de 12 en 15 jaar, terwijl dit bij e-bike-ongevallen om ongeveer één op de tien gevallen ging. Hoewel het totaal aantal e-bike-ongevallen fors hoger lag, was het aantal jongeren tussen de 12 en 15 jaar dat de SEH bezocht na een e-bike-ongeluk even groot als bij fatbike-ongevallen. Samen opgeteld zijn er zelfs meer SEH-bezoeken onder jongeren van 12 tot 15 jaar voor elektrische fietsen (86) dan voor fietsen zonder trapondersteuning (77).
Jochem Hoogendoorn, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie, benadrukt: “Er belanden veel jonge fatbikers en e-bikers op de SEH, vaak zonder helm. De cijfers laten zien dat we steeds meer ongevallen met elektrische fietsen onder de 16 jaar zien, wat zelfs andere fietsongelukken overstijgt.” Marcel Aries van Artsen voor Veilig Fietsen pleit voor een hogere leeftijdsgrens voor elektrisch ondersteunde fietsen, vergelijkbaar met die voor brom- en snorfietsen: “Elk slachtoffer is er één te veel, vooral als het om kinderen gaat.”

Meetweek fietsongevallen: meer inzicht in nieuwe trend
VeiligheidNL, samen met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT), en Artsen voor Veilig Fietsen (AvVF), voerden deze meetweek uit om de stijging in fatbike- en e-bike-ongevallen beter in kaart te brengen. Alle 82 Nederlandse SEH’s registreerden een week lang fietsongevallen met fatbikes, e-bikes en andere fietsen, zoals racefietsen en mountainbikes.