Noord-Holland – Commissaris van de Koning Arthur van Dijk heeft een verslag over de uitvoering van de spreidingswet naar de minister van Asiel en Migratie gestuurd. Dit verslag geeft een overzicht van hoe Noord-Hollandse gemeenten invulling willen geven aan de opvangopgave voor asielzoekers.
De Noord-Hollandse gemeenten hebben toegezegd dat zij in 2024 samen 14.292 opvangplekken zullen leveren, ongeveer 88% van de gevraagde 16.290 plekken. Voor 10.672 van deze plekken zijn al plannen voor opvanglocaties vastgesteld. Daarnaast hebben 18 gemeenten toegezegd nog eens 3.620 plekken te leveren, al moeten de definitieve locaties hiervoor nog worden bepaald.
Positief resultaat voor Noord-Holland
Commissaris Arthur van Dijk reageert positief op het resultaat: “We hebben ons uiterste best gedaan om aan de opgave te voldoen. Dat is niet volledig gelukt, maar gezien de uitdagingen in een dichtbevolkte provincie als Noord-Holland en de onduidelijkheid vanuit Den Haag, is dit een bemoedigend resultaat. Het verslag toont de huidige stand van zaken, verwachtingen, en knelpunten. Tegelijkertijd gaan we door met ons werk. Bij het asieldebat gaat het vaak over aantallen, maar laten we niet vergeten dat het om mensen gaat, die op zoek zijn naar bescherming. Bied ze een perspectief. Een duurzaam en effectief asielbeleid omvat ook zorg, onderwijs, werk, en integratie in de samenleving. Noord-Holland is op de goede weg, maar we zijn er nog niet.”
De toekomst van de asielopgave
In het verslag doet Van Dijk een oproep aan de minister om de spreidingswet voort te zetten totdat er voldoende opvangcapaciteit in Nederland is gerealiseerd. Volgens Van Dijk hebben de plannen om de wet in te trekken voor onduidelijkheid en vertraging gezorgd, wat invloed had op de politieke en bestuurlijke steun. Lokale bestuurders kwamen hierdoor vaak in een lastige positie bij het uitleggen van opvanglocaties aan omwonenden. “Draagvlak is essentieel in deze kwestie, en de onduidelijkheid heeft daar niet bij geholpen,” aldus Van Dijk.
Afstemming en verdeelbesluit
Om tot de opgave in het verslag te komen, hebben Noord-Hollandse gemeenten aan de Provinciale Regietafel overlegd over wie hoeveel opvangplekken kan leveren. Volgens de spreidingswet moeten deze plekken uiterlijk zes maanden na het verdeelbesluit van de minister beschikbaar zijn en beschikbaar blijven tot minstens 1 februari 2026.
Vervolgstappen
De minister zal voor het einde van het jaar een verdeelbesluit voor Noord-Holland nemen, gebaseerd op dit verslag. Voor provincies die een sluitende en uitvoerbare verdeling hebben kunnen maken, zoals Noord-Holland, zal de minister aangeven wat het resterende deel van de opgave per gemeente wordt. Hiermee krijgen gemeenten de wettelijke taak om de toegewezen opvangplekken te realiseren. Eind 2024 zal definitief bekend zijn hoeveel opvangplekken elke gemeente moet realiseren.
Het volledige verslag van de provincie is te vinden op de pagina opvang en huisvesting vluchtelingen.
