Purmerend – Vandaag heeft de Raad van State een tussenuitspraak gedaan voor wat betreft het bestemmingsplan aan de Burgemeester D. Kooimanweg in Purmerend, waar een vroeger bedrijventerrein zal transformeren tot een woongebied met 489 appartementen verdeeld over woontorens van 30 tot 60 meter hoog, ook wel Kop van Wagenweg genoemd.
Omwonenden hebben bezwaar gemaakt bij de Raad van State tegen dit grootschalige project aan de kop van de Wagenweg. Zo vrezen zij voor een toename van de parkeerdruk in hun directe woonomgeving en/of voor schaduw- en geluidhinder als gevolg van de voorziene bouwhoogte van maximaal 60 meter van de woontorens. Volgens een aantal omwonenden is de voorziene bouwhoogte ook niet passend in de omgeving. De rechter heeft al deze aspecten bekeken en per onderdeel uiteengezet.
Zorgen om schaduwhinder en privacy afgewezen
Een omwonende vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat vanwege schaduwhinder als gevolg van de voorziene bouwhoogte van de woontorens. Hij betwist de uitkomsten van het verrichte bezonningsonderzoek.
De gemeente Purmerend heeft aangegeven dat het bestemmingsplan voldoet aan de gemeentelijke bezonningseisen, gesteund door een schaduwstudie. De rechter heeft na bestudering geen aanleiding gevonden om deze conclusie in twijfel te trekken en oordeelt dat de schaduwhinder aanvaardbaar is. Ook bezwaren over privacy en uitzicht zijn volgens de rechter onvoldoende zwaarwegend, gezien de stedelijke omgeving en de behoefte aan sociale woningbouw.
Bouwhoogte
Enkele omwonenden gaven aan het project qua hoogte veel te groot te vinden. De rechter gaf aan dat op 28 september 2017 de gemeenteraad van Purmerend de ‘Hoogbouwvisie Purmerend’ heeft vastgesteld, waarmee de richtlijnen voor hoogbouwinitiatieven in de stad zijn gedefinieerd. De visie benadrukt dat hoogbouw alleen is toegestaan in specifieke zones die op de visiekaart zijn aangegeven. Een van de belangrijkste gebieden in dit kader is de zogenoemde oost-west as, die zich uitstrekt door het plangebied en wordt aangeduid als de ‘stedelijke rug’ van Purmerend.
Volgens de Hoogbouwvisie is het beoogde hoogbouwinitiatief in dit gebied dan ook in lijn met het gemeentelijk beleid. Dit wordt ondersteund door de visie die benadrukt dat de stedelijke rug, door middel van hoogbouw, de identiteit van Purmerend verder kan versterken. In een recente beoordeling van de visie, concludeerde de rechter dat er geen reden is om te twijfelen aan het stedenbouwkundig uitgangspunt van de Hoogbouwvisie.
Geluids- en verkeersoverlast binnen de norm
Een andere zorg van omwonenden was de toename van geluidsbelasting, met name vanwege nabijgelegen spoorweg. Volgens akoestisch onderzoek zal de geluidsbelasting slechts 0,2 dB toenemen, wat binnen de vastgestelde normen blijft en geen verdere maatregelen rechtvaardigt. Wat betreft verkeersveiligheid en -afwikkeling concludeert de Afdeling dat dit aspect voldoende is onderzocht en dat de verkeerssituatie afdoende is onderbouwd.
Parkeernormen onvoldoende uitgewerkt
Een belangrijk aandachtspunt blijft de parkeerdruk. De gemeente Purmerend heeft lagere parkeernormen vastgesteld dan het gemeentelijke beleid aanbeveelt, met de verwachting dat problemen worden beperkt door maatregelen zoals deelauto’s en een nulvergunningenregeling. De rechter gaf aan dat de parkeernormen onvoldoende zijn. In de nulvergunningenregeling zouden nieuwe bewoners geen parkeervergunning krijgen, maar omdat deze regeling nog niet concreet door de gemeente is uitgewerkt, oordeelt de rechter dat het besluit ook op dit punt onvoldoende zorgvuldig is voorbereid.
Gemeente krijgt 12 weken om besluit aan te passen
De rechter heeft de gemeente Purmerend opgedragen om binnen 12 weken de geconstateerde gebreken te herstellen, met speciale aandacht voor de parkeernormen en de vastlegging van de nulvergunningenregeling. De gemeente moet hierbij alle betrokken partijen informeren over eventuele wijzigingen in het besluit. Na aanlevering van het herstelbesluit volgt een definitieve uitspraak. Het ziet er naar uit dat het bestemmingsplan dan onherroepelijk wordt.
Wethouder Pascal Verkroost: “Ik ben blij dat de Raad van State eindelijk uitspraak heeft gedaan. Het is goed dat er nu duidelijkheid is, We gaan de gevraagde aanpassingen nu zo snel mogelijk verwerken, zodat we snel de volgende stap kunnen zetten om deze broodnodige woningen ook echt te bouwen.”
Relevante artikelen: