Amsterdam – De rechtbank heeft een 27-jarige Purmerender veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De man maakte zich schuldig aan meerdere oplichtingen, verduistering en witwassen.
De man gebruikte een valse naam en een vals identiteitsbewijs om zich voor te doen als betrouwbare verhuurder. Op geraffineerde wijze wist hij zeven slachtoffers geld afhandig te maken door woningen aan te bieden die hij nooit ter beschikking stelde. Daarnaast huurde hij woningen onder valse voorwendselen en verhuurde deze vervolgens door, waarbij sommige verhuurders bij terugkeer hun woning in vervuilde staat en met ontbrekende goederen aantroffen.
Bovendien pleegde de Purmerender deze misdrijven opnieuw nadat hij werd geschorst uit voorlopige hechtenis, wat volgens de rechtbank onderstreept dat hij enkel handelde uit eigen financieel gewin zonder rekening te houden met zijn slachtoffers. Naast de oplichtingspraktijken heeft de man zich schuldig gemaakt aan witwassen, waarmee hij de integriteit van het financiële en economische verkeer aantastte.
Forse gevangenisstraf passend
Hoewel de officier van justitie zestien maanden cel eiste met acht maanden voorwaardelijk, pleitte de verdediging voor een lagere straf en een taakstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde echter dat een forse gevangenisstraf passend is, gezien de ernst en omvang van de gepleegde feiten en het hoge recidiverisico. Naast de celstraf worden bijzondere voorwaarden opgelegd, zoals geadviseerd door de reclassering.
Bijzonder voorwaarden
De Purmerender moet zich gedurende de proeftijd houden aan verschillende bijzondere voorwaarden. Hij heeft een meldplicht bij de GGZ Reclassering Fivoor in Purmerend en dient zich te melden zolang de reclassering dit nodig vindt. Daarnaast moet hij zich laten behandelen door het Ambulant Centrum van Fivoor, Brijder Verslavingszorg of een vergelijkbare zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
Schadevergoeding
Naast de gevangenisstraf en de bijzondere voorwaarden heeft de rechtbank bepaald dat de Purmerender een schadevergoeding moet betalen aan zijn slachtoffers. In totaal moet hij een bedrag van zo’n 20.000 euro aan materiële schade vergoeden.
De rechtbank heeft daarnaast een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, wat betekent dat het Openbaar Ministerie verantwoordelijk is voor de inning van deze bedragen. Mocht de man niet betalen, dan kan hij een vervangende hechtenis opgelegd krijgen.