Rotterdam – De zaak rond Trojaanse containers in de Rotterdamse haven gaat steeds verder, met vandaag een eis van 36 maanden celstraf (waarvan 18 maanden voorwaardelijk) tegen een 29-jarige transportondernemer uit Roosendaal. De man wordt verdacht van betrokkenheid bij het faciliteren van drugsuithalers door zes geprepareerde containers de haven in te brengen. Een cruciale doorbraak in het onderzoek kwam op 26 september 2024, toen een 61-jarige chauffeur uit Purmerend op heterdaad werd betrapt met een dergelijke container.
De chauffeur uit Purmerend speelde een belangrijke rol in het onderzoek. Hij werd door de douane aangehouden terwijl hij een geprepareerde container vervoerde met daarin drie verborgen uithalers. GPS-gegevens leidden de autoriteiten naar een transportbedrijf in Roosendaal, waar de containers vermoedelijk werden klaargemaakt. Uit onderzoek bleek dat dit niet de eerste keer was: er werden gesprekken en foto’s op telefoons gevonden die wezen op een bredere smokkeloperatie. Wat is een Trojaanse container?
Steeds meer jongeren raken betrokken bij drugssmokkel in de Rotterdamse haven, waarbij de zogeheten ‘Trojaanse methode’ steeds vaker wordt toegepast. Bij deze tactiek verstoppen jongeren zich buiten het haventerrein in een lege container, die vervolgens ongezien het terrein op wordt gereden. Eenmaal binnen kunnen zij ongestoord drugs uit andere containers halen en naar buiten smokkelen. In deze zogenaamde Trojaanse containers worden regelmatig slaapzakken, powerbanks en gereedschap aangetroffen, wat erop wijst dat de jongeren goed voorbereid te werk gaan en soms langere tijd in de containers doorbrengen.
De Purmerendse chauffeur, die inmiddels al veroordeeld is tot een jaar cel, bleek onderdeel van een netwerk dat communiceerde over het smokkelen van drugs en het gebruik van speciaal bewerkte containernokken om de ladingen makkelijker toegankelijk te maken.
Transportbedrijf als cruciale schakel in drugssmokkel
Op 27 november 2024 werd het transportbedrijf in Roosendaal doorzocht. In de loods vonden opsporingsdiensten aanwijzingen dat containers daar werden geprepareerd voor smokkeldoeleinden. De officier van justitie benadrukte dat de transportondernemer had moeten weten waar zijn containers voor werden gebruikt en stelde dat hij een essentiële schakel was in de distributieketen van cocaïne.
Hoewel de verdachte verklaarde onder druk te zijn gezet, gelooft het Openbaar Ministerie dat hij bewust heeft meegewerkt. “Als directeur van een bedrijf dat containers vervoert, weet je dat het mis kan gaan. Eenmaal in de klauwen van criminelen, kun je niet meer terug. Dan ben je binnen en laten ze je niet meer los,” aldus de officier van justitie.
