Purmerend – Tijdens de vergadering op 20 maart 2025 zal de commissie Algemeen zich buigen over het document Toekomstscenario’s van het college. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende technische vragen gesteld door raadslid Frank Schaaij van Gemeentebelangen Purmerend over de financiële keuzes en hun toekomstige impact.
In het document wordt aangegeven dat 75% van de stelpost BCF plafond (Btw-compensatiefonds) wordt ingeboekt. De vraag van het raadslid is of deze keuze conform de adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Provincie is.
Als de afschrijvingstermijnen van wegen en bestrating worden verlengd, heeft dat gevolgen voor de toekomstige begroting. Er wordt gevraagd wat het effect hiervan is op al gedane afschrijvingen. Bijvoorbeeld, als bestrating al 29 van de 30 jaar is afgeschreven, wordt de restwaarde dan in de komende tien jaar verdeeld? Daarnaast wordt verzocht om inzicht in de huidige gemiddelde afschrijvingstermijn.
Het college geeft aan dat er een onbenutte OZB-belastingcapaciteit van €12,7 miljoen is. Er wordt gevraagd om een splitsing van dit bedrag tussen woningen en niet-woningen. Ook is de vraag in hoeverre er bij de berekening van de OZB-opbrengst rekening is gehouden met grote nieuwbouwprojecten en of hier voor- of nadelen van worden verwacht, bijvoorbeeld door mogelijke vertragingen.
De verhoging van de toeristenbelasting zou jaarlijks €200.000 extra opleveren. Daarbij worden verschillende aannames ter discussie gesteld. Wordt er vanuit gegaan dat deze belasting niet wordt geïndexeerd? Verwacht het college dat het toerisme op hetzelfde niveau blijft? Wordt aangenomen dat het nieuwe Van der Valk-hotel niet voor 2030 gereed is? Gaat men ervan uit dat locaties zoals Hotel Westerweg (opvang voor Oekraïense vluchtelingen) en Hotel ZO-Beemster (opvang voor statushouders) tot 2030 niet opnieuw beschikbaar komen voor toerisme?
Daarnaast wordt gevraagd wat de extra opbrengst zou zijn als de leges volledig kostendekkend worden gemaakt in plaats van meer kostendekkend.
In de bouwsteen Dienstverlening en organisatie wordt vermeld dat er jaarlijks €300.000 nodig is om besparingen te realiseren. Er wordt om een toelichting gevraagd op dit mechanisme. Waarom is een investering nodig om besparingen te realiseren? Kan een specificatie van dit bedrag worden gegeven? Waarom betreft het een jaarlijks terugkerend bedrag en niet een eenmalige uitgave aan het begin van het besparingstraject?
Het college van B&W dient de vragen voor 19 maart 2025 te beantwoorden. Indien de vragen beantwoord zijn, volgt een update.