Zuidoostbeemster – De Rechtbank Noord-Holland heeft onlangs een streep gezet door de vergunning voor de bouw van een loods aan het Kolkpad in Zuidoostbeemster. De rechter oordeelde dat het gemeentebestuur een wel erg vrije interpretatie hanteerde van de begrippen ‘dakopbouw’ en ‘zijdelingse afstand’. Reden voor GroenLinks-commissielid Peter Zwart om opnieuw vragen te stellen aan het college van B&W.
De kwestie speelt al enkele jaren. In 2022 stelde GroenLinks al vragen over de bouwvergunning. Die werd toen alsnog ingetrokken, maar in 2023 verleende de gemeente opnieuw toestemming voor het bouwplan. Deze voorziet in een loods die hoger is dan toegestaan volgens het bestemmingsplan en bovendien te dicht op een naastgelegen sloot staat. Deze sloot maakt deel uit van het Werelderfgoed Beemster, waar vanwege de cultuurhistorische waarde strenge regels gelden omtrent bebouwing.
Volgens de gemeente betrof het plan een dakopbouw of uitbreiding, waardoor de loods hoger mocht zijn dan normaal is toegestaan. De rechtbank veegde dit argument echter van tafel. Volgens de uitspraak was er van meet af aan sprake van een loods die hoger was dan volgens het bestemmingsplan is toegestaan. Van een toevoeging of opbouw was dus geen sprake.
Vragen aan het college
GroenLinks wil nu van het college weten hoe zij het begrip ‘dakopbouw’ precies definiëren, en of het college zich kan vinden in de uitspraak van de rechter. Daarnaast vraagt Zwart opheldering over de uitleg van de regels omtrent de ‘zijdelingse afstand’. De gemeente stelde dat deze regel alleen geldt voor de zijkanten van een gebouw, niet voor de voor- of achterkant. Omdat de loods met de achterzijde naar de sloot stond gepland, zou de afstandsregel volgens B&W niet van toepassing zijn.
GroenLinks wil weten of deze interpretatie klopt, of dat de afstand tot de sloot vanaf álle zijden van het gebouw in acht moet worden genomen. Mocht het college vasthouden aan de huidige uitleg, dan sluit GroenLinks niet uit dat zij een aanpassing van het bestemmingsplan voorstelt. Daarmee zouden de cultuurhistorische waarden van het werelderfgoedgebied beter beschermd kunnen worden.
Relevant artikel:
