Volendam – In een rechtszaak die afgelopen week tot een veroordeling leidde, is een 20-jarige man uit Amsterdam schuldig bevonden aan het oplichten van meerdere ouderen – waaronder een vrouw uit Volendam die haar trouwring en € 5.000 contant geld kwijtraakte. De rechtbank veroordeelde hem tot een deels voorwaardelijke jeugddetentie van 240 uur en een werkstraf van 150 uur. Ook moet hij ruim € 30.000 aan schadevergoedingen betalen.
De zaak uit Volendam laat volgens de rechtbank “de schrijnende werkelijkheid van moderne babbeltrucs” zien. De verdachte deed zich telefonisch en fysiek voor als bankmedewerker. Met een bedachtzaam en geacteerd verhaal werd de bejaarde vrouw overtuigd dat criminelen haar geld en sieraden zouden stelen. “Daarom” moest ze alles afgeven aan een medewerker die aan huis zou komen.
De rechter oordeelde dat de jongeman zich niet alleen voordeed als bankmedewerker, maar ook daadwerkelijk de woning betrad en door het hele huis liep – inclusief de slaapkamer – op zoek naar kostbaarheden. De buit: onder andere een bankpas, een bankreader, € 5.000,- cash en de trouwring van haar overleden echtgenoot.
De rechtbank kwalificeerde het als “een geraffineerde en gewetenloze oplichting van een kwetsbare vrouw die haar veiligheid en vertrouwen in de medemens verloor.” Hoewel de verdachte deels heeft bekend, rekent de rechtbank het hem zwaar aan dat hij pas tot inkeer kwam nadat hij herkenbaar in beeld was gebracht in een opsporingsprogramma.
Reclassering bezorgd over toekomst verdachte
De verdachte bleek beperkt in zijn verstandelijke en sociale vermogens en functioneert op laagbegaafd niveau. De rechtbank besloot daarom het jeugdstrafrecht toe te passen, hoewel de man inmiddels 20 is. “Zonder intensieve begeleiding ligt maatschappelijke teloorgang op de loer”, aldus de reclassering.
Reactie slachtoffers
De vrouw uit Volendam verklaarde dat haar leven drastisch is veranderd sinds het incident: “Ik ben niet meer mezelf. Ik slaap slecht en voel me in mijn eigen huis niet meer veilig.” Ook andere slachtoffers in onder andere Utrecht, Harderwijk en Enschede spraken over angst, wantrouwen en blijvende psychische schade.