Purmerend – De rechtbank Noord-Holland heeft een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 260 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, voor het opzettelijk stichten van brand in een appartementencomplex aan de Canberrastraat in Purmerend. Het incident vond plaats op 11 september 2024 en had volgens de rechtbank gemakkelijk kunnen uitlopen op een grote brand met ernstige gevolgen.
De man gooide brandende stukken papier uit het raam van zijn woning op de vierde verdieping. Deze kwamen terecht op een balkon op de eerste verdieping, waar een tuinset in brand vloog. De vlammen veroorzaakten schade aan de woning en er was sprake van aanzienlijk risico voor naastgelegen appartementen.
Hoewel het Openbaar Ministerie aanvankelijk uitging van roekeloosheid, oordeelde de rechtbank dat er sprake was van voorwaardelijk opzet. De verdachte heeft zelf tijdens de zitting verklaard dat hij zich bewust was van het gevaar: “Alles wat beneden ligt, kan gaan branden.” Volgens de rechters heeft hij willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat er brand zou ontstaan.
Snelle actie voorkomt grotere ramp
Dankzij alert optreden van omwonenden en de brandweer werd de brand snel geblust. Toch benadrukte de rechtbank het ernstige karakter van de daad. “Brandstichting is gevaarzettend en kan in een appartementencomplex desastreuze gevolgen hebben,” aldus de uitspraak.
Psychische problematiek en verslavingszorg
Uit rapporten van de reclassering blijkt dat de man kampt met psychische problemen, waaronder autisme en eerder psychotische klachten. Hij gebruikte dagelijks softdrugs en had de medicatie en hulpverlening in 2023 grotendeels naast zich neergelegd. Na zijn voorlopige hechtenis werd opnieuw een zorgtraject opgestart, waarbij een zorgmachtiging hem verplicht tot behandeling.
De rechtbank hield in de strafmaat rekening met zijn persoonlijke omstandigheden. De opgelegde proeftijd van drie jaar moet ervoor zorgen dat de man onder toezicht blijft en verdere behandeling ontvangt. Voorwaarden zijn onder meer een meldplicht, middelencontrole en verplichte samenwerking met instanties zoals Leviaan en Parnassia GGZ.
Gedeeltelijke schadevergoeding voor bewoonster
De bewoonster van de onderliggende woning kreeg een schadevergoeding van ruim €1.150 toegewezen voor onder meer opslagkosten en opgenomen verlof. Haar vordering voor immateriële schade werd afgewezen, omdat het verband tussen de brand en haar angstklachten onvoldoende werd onderbouwd.
De man moet het bedrag betalen via de schadevergoedingsmaatregel. Bij weigering of uitblijven van betaling kan dit leiden tot vervangende hechtenis van maximaal elf dagen.
‘Nooit de bedoeling geweest’
Tijdens de zitting sprak de verdachte zijn spijt uit. “Het was nooit mijn bedoeling om schade te veroorzaken. Ik wil me volledig inzetten om dit nooit meer te laten gebeuren,” zei hij. Volgens de rechtbank is er reden om hem die kans te geven, onder strikte voorwaarden en met toezicht.
Relevant artikel:
