Purmerend – De burgemeester van Purmerend mocht een woning sluiten waar door de politie een grote hoeveelheid drugs, verpakkingsmateriaal, weegschalen en wapens werd aangetroffen. Dat oordeelt de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland in een uitspraak. Het verzoek van de bewoonster om de sluiting tijdelijk tegen te houden is afgewezen.
De woning aan de Rudolf Garrelsstraat werd per 3 november 2025 voor drie maanden gesloten op basis van de Opiumwet. De maatregel volgde na een politieonderzoek op 1 oktober 2025 dat begon vanwege mogelijke opslag van illegale sigaretten in een bijbehorende kelderbox. In die kelderbox trof de politie onder meer een machete en meerdere wapens aan, waaronder twee verboden vuurwapens. Daarnaast werden grote hoeveelheden verpakkingsmateriaal voor drugs gevonden.
Aanzienlijke hoeveelheid harddrugs
Bij doorzoeking van de woning zelf werd vervolgens een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs aangetroffen. Het ging onder meer om ruim 100 gram cocaïne, tientallen xtc-pillen, 3-MMC, ketamine, crack en verschillende porties cocaïne in zogenoemde ponypacks. Ook lagen er twee weegschalen en verdere verpakkingsmaterialen. Volgens de politie spraken buurtbewoners daarnaast over langdurige overlast en aanloop van jongeren bij de woning.
De bewoonster maakte bezwaar tegen de sluiting en vroeg om een voorlopige voorziening om in haar woning te mogen blijven, totdat op het bezwaar is beslist. Zij stelde onder meer dat zij niet wist van de aanwezigheid van de drugs en wees op haar kwetsbare psychische gezondheid en een recente zwangerschap. Ook voerde zij aan dat sluiting kan leiden tot buitengerechtelijke ontbinding van het huurcontract en langdurige problemen bij het vinden van andere woonruimte.
Ruimschoots boven grens eigen gebruik
De voorzieningenrechter oordeelde dat de hoeveelheid aangetroffen drugs ruimschoots boven de grens voor eigen gebruik ligt en dat de combinatie met weegschalen en verpakkingsmateriaal wijst op drugshandel. Daarmee was de burgemeester bevoegd om op te treden. Volgens de rechter is de sluiting een geschikt middel om drugshandel tegen te gaan en noodzakelijk gezien de ernst van de situatie, de aanwezigheid van wapens en de ligging van de woning in een wijk die als kwetsbaar geldt voor (drugs)criminaliteit.
Bij de belangenafweging woog de rechter mee dat de bewoonster als huurster verantwoordelijk is voor wat zich in de woning en de kelderbox afspeelt. De rechter achtte het niet aannemelijk dat ze geen enkele kennis had van de aanwezigheid van drugs en wapens. De persoonlijke omstandigheden, waaronder haar psychische situatie en zwangerschap, maken volgens de rechtbank niet dat de sluiting onevenwichtig is, mede omdat door de gemeente opvang en begeleiding zijn aangeboden.
Het verzoek om een voorlopige voorziening is daarom afgewezen. De sluiting van de woning voor drie maanden blijft van kracht terwijl de bezwaarprocedure verder loopt.
Relevant artikel:
