Purmerend – Een ooievaar die midden in december rustig op een nest zit bij het ooievaarsnest naast het Dijklander Ziekenhuis roept bij veel mensen verbazing op. Ooievaars staan immers bekend als trekvogels die de winter in Afrika doorbrengen. Toch blijkt het beeld van een overwinterende ooievaar in Nederland allang geen zeldzaamheid meer.
Volgens kenners blijft een groeiend deel van de Nederlandse ooievaars het hele jaar in eigen land. Zachtere winters, voldoende voedsel en bescherming hebben ervoor gezorgd dat trekken naar Afrika voor sommige vogels niet langer noodzakelijk is. Het gaat hier om hetzelfde mannetje als degene die in het voorjaar aankwam.
Oudere ooievaar houdt zijn plek bezet
Wanneer een ooievaar in de winter op een nest wordt gezien, gaat het vaak om een ouder en ervaren exemplaar. Deze vogels bezetten hun nest soms het hele jaar door om hun plek veilig te stellen voor het broedseizoen. Het nest biedt bovendien een veilige rustplaats met goed overzicht over de omgeving. In veel gevallen zit er in de winter maar één ooievaar op het nest; de partner keert vaak pas in februari of maart terug.
Geen reden tot zorgen
Deze ooievaar ziet er niet verzwakt uit, staat niet te rillen en vliegt na een kort bezoek op het nest met grote slagen weer weg, wat erop duidt dat de ooievaar gezond is. Bij langdurige vorst kan het voor de ooievaar wel een probleem worden om voedsel te vinden.
Veranderd trekgedrag
Waar ooievaars vroeger massaal naar Afrika trokken, overwinteren sommige dieren nu in Nederland, België, Frankrijk of Zuid-Spanje. Het veranderende klimaat speelt hierin een duidelijke rol. Een ooievaar op het nest in december is dus vooral een teken van hoe flexibel de natuur zich aanpast aan veranderende omstandigheden en hoeft geen reden tot ongerustheid te zijn.
Foto: Regio Purmerend
Relevante artikelen:










