Alkmaar – Een Purmerender is vandaag door de rechtbank Noord-Holland veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf voor het ontvoeren, mishandelen en bedreigen van zijn ex-vriendin. De straf is zwaarder dan de 21 maanden die het Openbaar Ministerie had geëist. De rechters spreken van een “patroon van agressie, controle en terreur” dat zich over meerdere maanden uitstrekte.
De rechtbank behandelde de zaak op 25 september in Alkmaar en deed donderdag 9 oktober 2025 uitspraak. De feiten vonden plaats in Purmerend, Oostzaan en Utrecht tussen juni en september 2024.
Vrijheidsberoving en mishandeling in Purmerend en Oostzaan
Volgens het vonnis haalde de verdachte zijn ex op 23 september 2024 op bij de Universiteit van Amsterdam. De vrouw verklaarde dat zij tegen haar wil werd meegenomen naar een woning in Purmerend, waar hij haar sloeg en dreigde met meer geweld als ze zou proberen te ontsnappen.
Toen zij begon te bloeden aan haar tandvlees, gingen ze samen naar een Albert Heijn in Purmerend om vaseline te halen. Daar probeerde het slachtoffer in stilte hulp te zoeken: ze fluisterde tegen een medewerker dat die de politie moest bellen. Getuigen bevestigden later dat de vrouw “bang uit haar ogen keek” en zichtbaar letsel had.
Diezelfde avond namen de twee hun intrek in een hotelkamer van het Van der Valk Hotel in Oostzaan. Daar ging het geweld door. De verdachte dreigde dat als ze weg zou gaan, hij haar moeder zou laten “verkrachten en vermoorden”.
De volgende ochtend greep de vrouw haar kans. Terwijl de man naar het toilet ging, belde ze stiekem de hotelreceptie en fluisterde: “Bel de politie, en bel me niet terug.” Hotelmedewerkers klopten aan, maar de verdachte wist hen weg te sturen. Kort daarna vluchtten ze uit het hotel, waarna de politie hen op de snelweg staande hield.
Eerder geweld en bedreiging met schroevendraaier
De rechtbank stelde vast dat het niet om een eenmalig incident ging. De man had al eerder geweld gebruikt. Op 31 augustus 2024 greep hij zijn ex bij de haren en kneep haar in de keel in haar woning in Utrecht.
Op 24 juni 2024 bedreigde hij bovendien haar broer met de dood. Tegenover zijn ex riep hij: “Je kiest je kankerbroertje boven mij. Ik ga hem vermoorden.” Daarbij hield hij een schroevendraaier omhoog en zei dat hij die “in zijn keel zou steken”. Getuigen zagen de vrouw daarna in paniek naar een buurvrouw vluchten en riepen dat de politie moest komen.
Zwaardere straf dan geëist
De rechtbank woog zwaar mee dat de verdachte zich niets aantrok van een eerder opgelegd contactverbod. Sterker nog: de nieuwe feiten vonden plaats slechts weken nadat hij al was veroordeeld voor huiselijk geweld.
Ook verscheen hij niet bij zijn eigen zitting, werkte niet mee aan psychologisch onderzoek en toonde “geen enkel inzicht in het kwalijke van zijn daden”. De rechtbank vond daarom dat de geëiste straf van 21 maanden “onvoldoende recht deed aan de ernst van de feiten” en legde 24 maanden gevangenisstraf op.
Contactverbod en schadevergoeding
Naast de celstraf krijgt de man een contactverbod van drie jaar met zijn ex-vriendin. Dat betekent dat hij op geen enkele manier – direct of indirect – contact met haar mag opnemen. Bij overtreding kan hij telkens zeven dagen de cel in, met een maximum van zes maanden. De maatregel is direct uitvoerbaar verklaard omdat de rechtbank ernstig rekening houdt met herhaling.
Verder moet hij zijn slachtoffer €3.000,- schadevergoeding betalen wegens lichamelijk en psychisch leed. Uit een psychologisch rapport blijkt dat de vrouw kampt met posttraumatische stressklachten, slaapproblemen en angst. De gebruikte iPhone waarmee een bedreigend filmpje werd gemaakt, is verbeurd verklaard. De schroevendraaier waarmee hij eerder dreigde, is onttrokken aan het verkeer.
‘Beangstigend en respectloos’
De rechtbank noemde de gebeurtenissen “buitengewoon beangstigend” en benadrukte dat de verdachte “geen enkel respect heeft getoond voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer”. “Het slachtoffer verkeerde urenlang in een situatie van angst en dwang. Dat zij, ondanks haar angst, manieren vond om hulp te zoeken, verdient lof,” aldus de rechters.