Purmerend – Op 7 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een meervoudige kamer jeugdstrafzaken waarbij een jeugdige verdachte veroordeeld is voor verschillende misdrijven. De veroordeling betreft een reeks gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld over een periode vanaf juni 2022 tot en met februari 2024.
Een van de gebeurtenissen vond plaats op 20 juli 2023 bij skatepark in Purmerend, waar de verdachte betrokken was bij een poging tot zware mishandeling van een slachtoffer. Dit incident resulteerde in steekwonden in de schouder en rug van het slachtoffer.
Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor zijn rol in een straatroof op 6 februari 2024 in Amsterdam, waarbij geweld werd gebruikt tegen een slachtoffer, met als doel goederen wederrechtelijk toe te eigenen. Ook zijn er gevallen van mishandeling en bedreiging aan verdachte ten laste gelegd, waaronder incidenten op 7 juni 2022 en 9 juni 2022 in Purmerend.
Jeugddetentie
De rechtbank heeft de jongen veroordeeld tot deels voorwaardelijke jeugddetentie met bijzondere voorwaarden, een werkstraf en vrijheidsbeperkende maatregelen, gezien de ernst van de gepleegde misdrijven en het gevaar dat verdachte vormt voor de samenleving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken. Het onderzoek NASH is gestart naar aanleiding van een melding bij de meldkamer van politie Noord-Holland betreffende een steekpartij in Purmerend. Het slachtoffer, werd liggend op straat aangetroffen met steekwonden.
De rechtbank moest beoordelen of de tiener betrokken was bij deze steekpartij en oordeelde dat hij schuldig was aan medeplegen van poging tot zware mishandeling. Ook oordeelde de rechtbank dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan andere feiten, waaronder een straatroof in Amsterdam, mishandeling, en bedreigingen.
Veroordeling
De rechtbank sprak hem wel vrij van medeplegen van poging tot doodslag wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs, maar achtte wel bewezen dat hij medepleger was van poging tot zware mishandeling. Tevens werd hij schuldig bevonden aan andere ten laste gelegde feiten, waaronder straatroof, mishandeling en bedreiging.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de Purmerender bij de gepleegde misdrijven en dat het bewezenverklaarde strafbaar was. Daarom werd hij veroordeeld voor de ten laste gelegde feiten.
