Purmerend – De voorzitter van de rekenkamercommissie Arron Bell neemt na 12 jaar afscheid van de commissie. Zijn termijnen zitten erop en het is tijd om het stokje aan anderen door te geven. Hij is trots op wat de rekenkamer heeft bereikt in de afgelopen twaalf jaar.
Arron vindt de tijd dat hij voorzitter was van de rekenkamer erg snel gegaan. “Ik mocht meteen aan de gang met een nieuw model van de commissie. Deze moest bestaan uit 4 externe leden en 3 interne leden (leden van de gemeenteraad). Ik had gesolliciteerd als lid en ik mocht meteen de voorzittersrol oppakken.”
Wat doet de rekenkamercommissie?
De rekenkamercommissie Purmerend en Beemster is een onafhankelijke commissie die de gemeenteraad ondersteunt in zijn controlerende taak. De commissie doet onderzoek naar beleid dat door de gemeente wordt uitgevoerd: is het gevoerde beleid doelmatig en doeltreffend uitgevoerd? Met andere woorden: is gedaan wat men van plan was, met zo min mogelijk middelen ofwel redelijke kosten? Het doel van een onderzoek is om er van te leren voor de toekomst. In een onderzoeksrapport van de rekenkamercommissie staan daarom aanbevelingen voor de raad.
De afgelopen jaren heeft de rekenkamer kritische rapporten onder leiding van de voorzitter neergelegd bij de gemeenteraad die aanleiding waren voor raadsleden om vragen te stellen aan het college en waarvan sommige hebben geleid tot het wijzigen van het beleid. “Ik doe het natuurlijk niet alleen maar met de hele ploeg.”
Er zijn door de rekenkamercommissie in de 12 jaar zo’n 17 rapporten afgeleverd aan de gemeenteraad terwijl het de bedoeling is dat er 2 rapporten per jaar worden geleverd. “Het eerste jaar ben je bezig om te kijken hoe we het gaan doen en wat je ook wel merkt is dat het qua doorlooptijd soms lastig is om toch het half jaar te halen. Nummer 18 is afgelopen week goedgekeurd, deze gaat over het Beemster Erfgoed.”
Kwaliteit voor snelheid
“We hebben als rekenkamer altijd de keuze gemaakt om kwaliteit voor snelheid te laten gaan. Iedereen kan twee rapporten per jaar op de mat leggen maar goede rapporten vragen soms meer tijd.”, zegt Arron. “Ook heeft dat te maken met de kritische en professionele houding van de leden van de rekenkamer en dat betekent dat we af en toe hebben gezegd dat het over moest of dat we een andere benadering kozen. Snelheid hebben we ondergeschikt gemaakt aan kwaliteit.”
In Den Haag zijn ze bezig om een nieuwe opzet voor de Rekenkamer te maken. “Dat betekent dat er een einde komt aan de huidige opzet waardoor er straks alleen maar externe leden in kunnen zitten. Dat wordt in Purmerend nu ook onderzocht.”
Samenwerking met de gemeenteraad
“Inhoudelijk zijn we het niet altijd eens geweest met name bij de verschillende college’s die tijdens mijn tijd aan het werk waren maar het is altijd wel met een positieve intentie geweest. Ik vind het helemaal niet erg dat je zakelijk verschil van inzicht hebt, als je er maar met respect voor elkaar over kan praten. Zo heb ik dat de afgelopen twaalf jaar wel ervaren. In sommige andere gemeentes is de cultuur minder constructief dan in Purmerend. Ik heb altijd waardering ervaren voor wat we doen als rekenkamer.”
Momentum
De rekenkamer zoekt wel het momentum van het aanbieden van een rapport op. “We kijken wel een klein beetje naar wat er speelt. Een paar maanden schuiven met een rapport is niet echt een probleem maar als wij als rekenkamer dit aanbieden als de kadernota behandeld wordt dan weet ik wel wat er gebeurt. In hele drukke periodes moet je dan namelijk concurreren met veel belangrijke onderwerpen en krijgt het onderzoek mogelijk niet de aandacht die we als rekenkamer graag zouden willen.”
Arron wil de nieuwe rekenkamer in het nieuwe model wel wat meegeven. “Ik hoop dat de kritische blik die wij als rekenkamer intern altijd hebben gehad en ook hebben proberen uit te stralen dat dat vastgehouden wordt. Wij hebben het dilemma dat wij geen actuele onderwerpen mogen onderzoeken dus dat is altijd terugkijken.”
Ook wordt er nog nagedacht over hoe de rekenkamer nog een betere verbinding met de politieke fracties kan organiseren om actief onderwerpen te oogsten. “Mogelijk kan de nieuwe rekenkamer dat in het nieuwe model verder versterken. Het is goed maar het kan altijd beter. Wij als rekenkamer zijn eigenlijk alleen een instrument voor gemeenteraadsleden om net wat dieper door te prikken op onderwerpen om te kijken of het echt wel gegaan is zoals het belooft is. Dat is de rol van de rekenkamer. En ik denk dat de nieuwe rekenkamer vooral moet doorgaan bij het kritisch blijven en kritisch meekijken met de gemeenteraad.“, besluit Arron.
De voorzittershamer wordt overgenomen door Marijke Zewuster tot het moment dat er een nieuwe rekenkamer volgens het nieuwe model komt.
