Regionaal – Op 31 oktober heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wetsvoorstel van staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) dat grote streamingdiensten die actief zijn in Nederland verplicht 5% van hun jaaromzet te investeren in Nederlandse audiovisuele producties. Deze nieuwe wet treedt in werking op 1 januari 2024.
Deze maatregel zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen aan de groei van de Nederlandse audiovisuele sector en het aanbod van Nederlandse content op streamingplatforms vergroten.
Staatssecretaris Uslu: ,,Als je als streamingdienst succesvol bent op de Nederlandse markt dan draag je ook bij aan het Nederlandse aanbod. Zo kunnen Nederlandse kijkers en een internationaal publiek genieten van prachtige producties uit ons land.’’
Bekende platforms
Deze wet, die vergelijkbaar is met regelingen in andere Europese landen zoals België, Frankrijk en Duitsland, is van toepassing op streamingdiensten met een jaaromzet van meer dan €10 miljoen in Nederland. Dit omvat bekende platforms zoals Netflix, Disney+, en Amazon Prime, en kan het naar verwachting meer dan €40 miljoen aan investeringen opleveren.
Belangrijk is dat ten minste de helft van deze investeringen gericht moet zijn op Nederlandse films, series en documentaires. Dit is in lijn met de doelstellingen van de Raad van Cultuur om het culturele aanbod te versterken en te laten concurreren met het overweldigende internationale aanbod.
Onafhankelijke producenten
Een opmerkelijk aspect van de wet is dat minimaal 60% van de producties moet worden gemaakt door onafhankelijke producenten, wat volgens de wet zal zorgen voor meer diversiteit in het aanbod en de versterking van professionals in de audiovisuele sector, van scenarioschrijvers tot cameramensen.
Om de transparantie te waarborgen, zal er jaarlijks een overzicht worden gepubliceerd waarin wordt weergegeven in welke soort producties wordt geïnvesteerd. Na 3 jaar zal een evaluatie plaatsvinden om inzicht te verschaffen in de werking van deze investeringsverplichting in de praktijk. Dit zou zowel de lokale audiovisuele sector als streamingdiensten ten goede moeten komen.