Haarlem – De rechtbank heeft uitspraak gedaan over een ernstig geweldsincident dat zich op 14 november 2021 heeft voorgedaan in Purmerend. De verdachte is schuldig bevonden aan een poging tot doodslag en openlijk geweld. De destijds 19-jarige jongen (verdachte) zou een destijds 14-jarige jongen (slachtoffer) hebben gestoken.
In de middag van het incident was er een ruzie geweest met de andere groep waar het slachtoffer deel van uitmaakte, waarna beide groepen elkaar die avond hebben opgezocht om de confrontatie aan te gaan. Op de Hoogstraat kwam het tot een confrontatie. De verdachte heeft hierbij het slachtoffer een mes op de keel gehouden, gestompt, geduwd en aan zijn haar getrokken, en een mededader heeft het slachtoffer getrapt. Het slachtoffer had zich na de ruzie in de middag bewapend met een mes. Hij heeft op enig moment weten los te komen en heeft verdachte in zijn been gestoken.
Hierop heeft verdachte, die zelf een groot mes mee had, het slachtoffer met kracht in de borst gestoken en hierbij in het hart geraakt. Ook zijn bij het steken pezen doorgesneden in de arm van het slachtoffer, die hij voor zijn borst hield.
Letsel beperkt slachtoffer nog steeds
De rechtbank concludeert dat er van geluk mag worden gesproken dat het slachtoffer het heeft overleefd – alleen dankzij acuut medisch ingrijpen is hij niet aan zijn verwondingen overleden. Het slachtoffer heeft verder achteraf nog veel problemen van het letsel, zoals herhaaldelijk ontstekingen van het beschadigde hartzakje, waarvoor hij opnieuw in het ziekenhuis moe(s)t worden opgenomen.
Ook wordt hij door het letsel beperkt bij sociale activiteiten en het uitoefenen van sport, en zullen in elk geval de littekens van de steekwonden blijvend zijn. Daarnaast zijn de pezen doorgesneden in de rechterarm, terwijl het slachtoffer rechtshandig is. Verder heeft het slachtoffer letterlijk doodsangsten uitgestaan en heeft hij naar de rechtbank begrijpt nog steeds last van gevoelens van angst en onveiligheid.
Impact op gevoel van veiligheid
De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak, waarbij de lichamelijke integriteit van het slachtoffer op grove wijze was aangetast. Ook werd de impact op het gevoel van veiligheid in de samenleving door het dragen van messen belicht. Ook het openlijk geweld is een ernstig feit, waardoor de slachtoffers erg bang zijn geweest en pijn hebben gehad. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij – destijds bijna 20 jaar oud, en met mededaders van 17 en 18 jaar – fysiek geweld heeft gebruikt tegen lichamelijk (veel) kleinere en minder sterke jongens van 14 jaar.
Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaringen van degenen die aanwezig dan wel betrokken zijn geweest bij het incident, stelt de rechtbank vast dat er wisselende verklaringen zijn afgelegd dan wel dat er in een later stadium uitdrukkelijk teruggekomen wordt op eerder afgelegde verklaringen door verschillende aangevers, getuigen dan wel verdachten.
Nog meer incidenten
Naast dit incident werden eerdere delicten van de verdachte behandeld, waaronder mishandeling van ambtenaren, belediging van een politieagent, oplichting, en diefstal met gestolen bankpassen. De rechtbank nam de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging, waaronder het feit dat hij een beperkte neurocognitieve stoornis had als gevolg van niet aangeboren hersenletsel en zwakbegaafdheid. Er werd geadviseerd, ondanks dat verdachte meerderjarig was, het jeugdstrafrecht toe te passen vanwege zijn beperkte handelingsvaardigheden.
De uiteindelijke straf omvatte jeugddetentie voor de duur van 277 dagen, gelijk aan de tijd in voorarrest, en de oplegging van de voorwaardelijke jeugd TBS. De officier van justitie eiste 10 maanden jeugddetentie en jeugd TBS. De verdachte kreeg de mogelijkheid tot behandeling in het kader van het jeugdstrafrecht, rekening houdend met zijn beperkingen en de wens om positieve gedragsverandering te bevorderen.
Schadevergoeding
Ook legt de rechtbank de verdachte een schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 28.537 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Relevant artikel:
