Regionaal – Vanaf 1 juli hebben kledingwinkels in Nederland een nieuwe verplichting: het inzamelen van oud textiel. Dit initiatief heeft als doel een einde te maken aan de enorme hoeveelheden afgedankt textiel. Deze worden momenteel vaak vernietigd of komen terecht op stortplaatsen in het buitenland.
De nieuwe regeling, genaamd de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV), legt de verantwoordelijkheid voor het inzamelen, sorteren, hergebruiken en recyclen van afgedankt textiel bij de bedrijven die als eerste textiel op de Nederlandse markt brengen. Dit omvat niet alleen kleding, maar ook handdoeken en beddengoed. De kosten voor het inzamelen en verwerken van oud textiel komen nu voor rekening van de bedrijven zelf.
Momenteel ligt deze verantwoordelijkheid nog bij de gemeenten, waarbij de textielcontainer op straat het belangrijkste inzamelpunt is. Echter, meer dan de helft van het oud textiel in Nederland belandt niet in deze speciale containers, maar wordt bij het reguliere afval gegooid en uiteindelijk verbrand. Een aanzienlijk deel van het textiel dat wel in de containers terechtkomt, wordt in het buitenland verhandeld als tweedehandskleding.
Er moet meer textiel worden hergebruikt
Met ingang van 1 juli zijn kledingwinkels en -merken verantwoordelijk voor het inzamelen van oud textiel. Deze nieuwe regels stellen als doel dat tegen 2025 de helft van al het afgedankte textiel in Nederland hergebruikt moet worden (als tweedehandskleding) of gerecycled. Dit percentage moet tegen 2030 stijgen naar 75 procent. Daarnaast moet een groter deel van de tweedehandsartikelen in eigen land verkocht worden. Bovendien is het niet voldoende om simpelweg te recyclen; er wordt gestreefd naar ‘vezel-tot-vezel’ recycling. Hierbij wordt oude kleding vaker gebruikt om nieuwe kledingstukken te maken in plaats van poetslappen of isolatiemateriaal.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat hoopt dat de UPV modebedrijven zal stimuleren om op een andere manier te ontwerpen. Veel kleding bestaat momenteel uit een mix van verschillende stoffen en materialen, waardoor recycling met de huidige technieken moeilijk is. Het idee is dat modebedrijven al bij het ontwerp van een product rekening houden met de mogelijkheid van recycling aan het einde van de levensduur. Dit zodat zij zich inzetten voor hergebruik van producten wanneer deze nog in goede staat zijn.
Opnieuw in de verkoop
Onlangs bezochten staatssecretaris Vivianne Heijnen en koningin Máxima samen een filiaal van Zeeman in Alphen aan den Rijn. Bij deze winkelketen kunnen klanten oud textiel inleveren, waarbij de nog bruikbare kledingstukken opnieuw worden verkocht. Zeeman-directeur Erik-Jan Mares heeft aangekondigd dat de keten binnen enkele maanden ook sokken en theedoeken wil aanbieden die grotendeels bestaan uit gerecycled materiaal dat is verkregen uit lokaal ingezameld textiel.
Als gevolg van de nieuwe regelgeving zullen consumenten binnen enkele jaren in veel meer winkels gerecyclede en tweedehands producten vinden. Het aantal locaties waar oud textiel kan worden ingeleverd, zal naar verwachting aanzienlijk toenemen. De textielcontainer op straat blijft bestaan, maar het zal ook mogelijk zijn om oude kleding in te leveren bij steeds meer kledingwinkels, supermarkten en postkantoren.
Producenten waarschuwen echter dat het mogelijk niet haalbaar is om al het oude textiel gemakkelijk te hergebruiken of te recyclen. Niet iedereen in de sector is ervan overtuigd dat de gestelde doelen kunnen worden bereikt.
Ik breng oude, draagbare kleding naar de bak van Stichting Bim Bam Purmerend.
De stichting Bim Bam is een Purmerendse vrijwilligersorganisatie.