Regionaal – Traumahelikopters spelen een cruciale rol in de Nederlandse spoedeisende medische zorg. Deze luchtvaartuigen, bekend als Lifeliners, zijn eigendom van Medical Air Assistance, het vliegbedrijf van de ANWB. Met standplaatsen in Rotterdam, Amsterdam, Groningen en Nijmegen bieden ze snelle medische ondersteuning bij ernstige ongevallen en noodsituaties. De allereerste inzet van een traumahelikopter vond plaats in 1995 en sindsdien worden ze gemiddeld zo’n zes keer per dag opgeroepen.
Elk traumateam bestaat uit een driekoppige bemanning: een MMT-arts, een verpleegkundige en een piloot. Samen vormen ze het Mobiel Medisch Team (MMT), dat uitrukt om ter plaatse geavanceerde medische zorg te bieden. Deze teams zijn 24/7 paraat.
De helikopters hebben een maximale vliegsnelheid van 260 tot 270 km per uur, waardoor ze snel kunnen reageren op noodsituaties. Het MMT kan daarmee in 30 minuten aan de rand van het gebied zijn waarin ze werken. De vlucht naar Terschelling bijvoorbeeld duurt zo’n 25 minuten. Het MMT vertrekt binnen enkele minuten na de melding en heeft voorrang boven ander vliegverkeer. Hoewel de traumahelikopter niet hoofdzakelijk wordt gebruikt om patiënten naar het ziekenhuis te brengen, wordt deze ingezet om medische specialisten en verpleegkundigen snel bij de patiënt te krijgen, zodat de behandeling onmiddellijk kan beginnen.
De traumahelikopters kunnen ook ‘s nachts landen, gebruikmakend van ‘night vision goggles’ voor beter zicht in het donker. Dankzij de zogenaamde HEMS-regels (Helicopter Emergency Medical Service) kunnen ze de kortste, directe en veilige route volgen zonder een specifiek vluchtplan te hebben. Dit stelt hen in staat om snel en efficiënt te reageren op noodsituaties, waarbij ze waar nodig kunnen landen, zolang er voldoende ruimte beschikbaar is.
