Regionaal – Het CBS heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) recentelijk de ‘Monitor Loonverschillen’ gepubliceerd, waaruit blijkt dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog steeds significant is. Vooral in het bedrijfsleven verdienen vrouwen gemiddeld bijna 7% minder voor vergelijkbaar werk, en bij de overheid is dit bijna 2%. Deze bevindingen zijn volgens minister Van Gennip (SZW) onacceptabel.
In reactie op de bevindingen streeft minister Van Gennip naar een snellere sluiting van de loonkloof. Ze werkt aan de invoering van de Europese richtlijn loontransparantie en zet zich in voor het vergroten van bewustwording over de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt, evenals het bevorderen van gelijkwaardige kansen.
Loonverschillen
Uit de Monitor Loonverschillen 2022 blijkt dat het ongecorrigeerde uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven gemiddeld 16,4% lager ligt dan dat van mannen, een verbetering ten opzichte van 2014. Bij de overheid zijn de verschillen kleiner, maar vrouwen verdienen nog steeds gemiddeld 5,1% minder dan mannen. Gecorrigeerd voor vergelijkbare banen en kenmerken liggen de loonverschillen lager, maar vrouwen verdienen nog steeds respectievelijk 6,9% en 1,8% minder dan mannen.
Gelijkwaardige kansen
Minister Van Gennip benadrukt dat deze ongelijkheid niet geaccepteerd kan worden en pleit voor gelijkwaardige kansen op het werk. Ze gaat verder met een krachtige aanpak, waaronder verplichte transparantie over loonverschillen en moedigt zowel werkgevers als werknemers aan het gesprek hierover aan te gaan.
Het kabinet neemt diverse maatregelen om de loonkloof te dichten, waaronder de verhoging van het uitkeringspercentage van ouderschapsverlof en de dialoog ‘Samenspraak’ om inzicht te krijgen in gendergelijkheid. Het kabinet richt zich ook op het aanpakken van zwangerschapsdiscriminatie en implementeert de Europese richtlijn loontransparantie om werkgevers transparanter te maken over beloning en loonverschillen, met als doel een betere positie voor werknemers. Minister Van Gennip werkt aan een spoedige implementatie van deze richtlijn in Nederlandse wetgeving