Regionaal – In Nederland staan steeds meer verkeerslichten die contact kunnen maken met mobiele telefoons van weggebruikers. Deze ‘volgverkeerslichten’ kunnen veel informatie over mensen verzamelen, zoals hun locatie, snelheid en ritgegevens.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) maakt zich zorgen over de privacyrisico’s van deze technologie en eist dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) actie onderneemt.
Persoonsgegevens
De volgverkeerslichten worden gebruikt om het verkeer te tellen, net zoals detectielussen in het asfalt. Echter, in tegenstelling tot detectielussen, verzamelen deze lichten persoonsgegevens van weggebruikers. Dit maakt het mogelijk om complete ritten te reconstrueren, inclusief datum, tijd en snelheid. Doordat wegbeheerders weten waar de lichten staan, kunnen ze hiermee weggebruikers volgen, zeker met behulp van camera’s bij de lichten.
Onvoldoende aandacht
De AP waarschuwt dat wegbeheerders onvoldoende aandacht lijken te besteden aan de privacyrisico’s van deze technologie. Ook is onduidelijk met wie de verzamelde data precies worden gedeeld en wie verantwoordelijk is voor het gebruik ervan. Volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moet dit echter altijd duidelijk zijn voordat er gegevens worden verzameld.
Eerder gewaarschuwd
De AP had het ministerie van IenW al in 2021 gewezen op de gevaren van deze verkeerslichten, die ook wel ‘verkeersregelinstallaties’ (VRI’s) worden genoemd. Nu benadrukt de waakhond deze zorgen opnieuw in een brief aan de minister. De AP eist dat er wordt onderzocht of het ontwerp en gebruik van de lichten voldoen aan de AVG. Ook wil de AP dat er wordt samengewerkt met alle wegbeheerders die de lichten gebruiken of willen gaan gebruiken, om de privacyrisico’s weg te nemen.
